ECLI:NL:CBB:2004:AP2129
public
2015-11-11T12:27:42
2013-04-04
Raad voor de Rechtspraak
AP2129
College van Beroep voor het bedrijfsleven
2004-06-10
AWB 03/614, 03/621 en 03/659
Hoger beroep
NL
Bestuursrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2004:AP2129
public
2013-04-04T21:06:15
2004-06-21
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:CBB:2004:AP2129 College van Beroep voor het bedrijfsleven , 10-06-2004 / AWB 03/614, 03/621 en 03/659

Mededingingswet

College van Beroep voor het bedrijfsleven

No. AWB 03/614, 03/621 en 03/659 10 juni 2004

9500 Mededingingswet

Beschikking ingevolge artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaken van:

1. Carglass B.V.,

gemachtigde: mr. C. Hamburger, advocaat te Laren,

2. Glasgarage Rotterdam B.V.,

gemachtigde: mr. drs. K.J. Defares, advocaat te Amsterdam,

3. de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit,

gemachtigde: mr. A.S.M.L. Prompers, werkzaam bij de Nederlandse mededingingsautoriteit,

elk appellante in hoger beroep tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 11 april 2003 in procedures tussen appellanten, alsmede partij die op de voet van artikel 8:26, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan het geding deelneemt in de beroepsprocedures van de overige twee appellanten.

1. Op 3, 4 en 17 juni 2003 heeft het College hogerberoepschriften ontvangen waarbij appellanten elk voor zich hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam (hierna: de rechtbank).

Bij die uitspraak heeft de rechtbank beslist op beroepen van appellanten onder 1 en 2 tegen een besluit van appellante onder 3.

2. Ter zitting van de rechtbank heeft appellante onder 2 toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, Awb ten aanzien van de stukken die over de 35%-korting gaan. In het kader van het onderhavige geding dient te worden beoordeeld welke (delen van) stukken deze toestemming betreft.

Het College stelt vast dat van het dossier zoals dat door appellante onder 3 is overgelegd, en voorzover het niet betreft stukken waarvoor appellante onder 2 al bij brief van 6 januari 2003 toestemming had gegeven, de volgende passages betrekking hebben op de door appellante onder 1 gehanteerde 35%-korting:

- bijlage bij stuk 78, pagina 1 tot en met pagina 3;

- bijlage bij stuk 156, randnummers 17, 30, 46 en 47;

- bijlage bij stuk 163, pagina 1 tot en met halverwege pagina 4;

- bijlage bij stuk 165, pagina 1 tot en met halverwege pagina 4;

- bijlage bij stuk 168, pagina 1 tot en met halverwege pagina 4;

- bijlage bij stuk 194, pagina 1 tot en met paragraaf 2.1 op pagina 3;

- bijlage bij stuk 199, pagina 1 tot en met paragraaf 2.1 op pagina 3.

3. De beslissing

Het College stelt vast dat de door appellante onder 2 ter zitting van de rechtbank gegeven toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, Awb betrekking heeft op de hierboven onder 2 genoemde stukken.

Aldus gegeven op 10 juni 2004 door mr. C.M. Wolters, in tegenwoordigheid van mr. M.B.L. van der Weele, als griffier.

w.g. C.M. Wolters w.g. M.B.L. van der Weele