ECLI:NL:CBB:2007:BC2452
public
2015-11-12T08:48:22
2013-04-05
Raad voor de Rechtspraak
BC2452
College van Beroep voor het bedrijfsleven
2007-12-19
AWB 07/333 07/334
Eerste aanleg - meervoudig
Proceskostenveroordeling
NL
Bestuursrecht
Algemene wet bestuursrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2007:BC2452
public
2013-04-05T02:18:01
2008-01-22
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:CBB:2007:BC2452 College van Beroep voor het bedrijfsleven , 19-12-2007 / AWB 07/333 07/334

Wet op de kansspelen

Vergunning speelautomatenhal

College van Beroep voor het bedrijfsleven

AWB 07/333 en 07/334 19 december 2007

29020 Wet op de kansspelen

Vergunning speelautomatenhal

Uitspraak in de zaken van:

1) Lanaut Automaten B.V., te ’s-Hertogenbosch (hierna: Lanaut),

gemachtigde: mr. A.H.M. Smits, advocaat te Rosmalen,

2) A en anderen, te B (hierna: omwonenden),

gemachtigde: mr. H.S. de Vries, te Culemborg,

tegen

de burgemeester van Culemborg, verweerder,

gemachtigde: mr. M.J. de Groot, advocaat te Rotterdam,

waaraan voorts als partij deelneemt:

Amutron B.V., te Waalwijk (hierna: Amutron),

gemachtigde: mr. J.L. Vissers, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.

1. Het procesverloop

Bij besluit van 1 maart 2007 heeft verweerder een eerder aan Amutron op grond van de Wet op kansspelen verleende vergunning voor het exploiteren van een kansspelautomatenhal in het pand C-straat te B met ingang van 1 maart 2007 voor de tweede maal verlengd.

Bij brief van 27 maart 2007 hebben de omwonenden bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Bij die gelegenheid hebben zij verweerder tevens verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

Bij brief van 8 april 2007 heeft Lanaut bezwaar gemaakt tegen het besluit van 1 maart 2007. Ook Lanaut heeft verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep.

Verweerder heeft bij brief van 14 mei 2007, onder de mededeling dat hij heeft besloten in te stemmen met rechtstreeks beroep, de bezwaarschriften doorgezonden aan het College.

Op 13 juli 2007 heeft Lanaut de gronden van het beroep aangevuld.

Bij brief van 8 augustus 2007 heeft verweerder in beide zaken een verweerschrift ingediend.

Op 12 september 2007 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waar de gemachtigden van partijen hun standpunten hebben toegelicht.

2. De beoordeling van de geschillen

2.1 Verweerder heeft bij besluit van 11 december 2003 tot en met 1 januari 2005 vergunning verleend aan Amutron voor het exploiteren van een kansspelautomatenhal in het pand C-straat te B. Bij besluit van 23 juni 2005 heeft verweerder deze vergunning verlengd en bij het bestreden besluit van 1 maart 2007 heeft verweerder de vergunning normaals verlengd.

2.2 Bij uitspraak van heden in de zaken AWB 05/855 en 05/861 heeft College het besluit tot vergunningverlening van 11 december 2003 herroepen. Bij uitspraak van heden in de zaak AWB 06/528 heeft het College het verlengingsbesluit van 23 juni 2005 eveneens herroepen. Dit brengt mee dat aan het bestreden besluit van 1 maart 2007 eveneens de rechtsgrond is komen te ontvallen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de beroepen gegrond zijn en dat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.

2.3 Het College acht termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling met toepassing van artikel 8:75 Awb. Op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand aan de zijde van Lanaut en aan de zijde van de omwonenden vastgesteld op € 644,-- op basis van 2 punten (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 voor het verschijnen ter zitting) tegen een waarde van € 322,-- per punt, waarbij het gewicht op gemiddeld is bepaald.

3. De beslissing

Het College

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van Lanaut en de omwonenden tot een bedrag van € 644, -- (zegge:

zeshonderdvierenveertig euro) voor iedere partij waarbij de omwonenden tezamen als één partij worden aangemerkt, onder

aanwijzing van de gemeente Culemborg als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;

- bepaalt dat de gemeente Culemborg het door Lanaut betaalde griffierecht ten bedrage van € 285,-- (zegge:

tweehonderdvijfentachtig euro) vergoedt;

- bepaalt dat de gemeente Culemborg het door de omwonenden betaalde griffierecht ten bedrage van € 143, -- (zegge:

honderddrieënveertig euro) vergoedt.

Aldus gewezen door mr. H.C. Cusell, mr. E.J.M. Heijs en mr. H.A.B. van Dorst-Tatomir in tegenwoordigheid van mr. I.C. Hof als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 19 december 2007.

w.g. H.C. Cusell w.g. I.C. Hof