ECLI:NL:CBB:2018:578
public
2018-11-09T09:12:08
2018-11-09
Raad voor de Rechtspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven
2018-11-06
17/1021
Eerste aanleg - enkelvoudig
NL
's-Gravenhage
Bestuursrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2018:578
public
2018-11-09T09:11:45
2018-11-09
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:CBB:2018:578 College van Beroep voor het bedrijfsleven , 06-11-2018 / 17/1021

Overdracht betalingsrechten. Niet voldaan aan eis van actieve landbouwer.

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 17/1021

5111

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 november 2018 in de zaak tussen

Maatschap [naam 1] , te [plaats] , appellante

(gemachtigde: H. Rietveld),

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigden: mr. L. Anvelink en mr. M.N. Brok).

Procesverloop

Bij besluit van 27 januari 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van appellante om overdracht van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (Uitvoeringsregeling) afgewezen.

Bij besluit van 1 juni 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2018. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] . Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1.1

Op 2 mei 2016 heeft appellante bij verweerder een melding overdracht betalingsrechten gedaan, waarbij zij heeft verzocht 7,88 betalingsrechten aan [naam 3] over te dragen.

1.2

Op 18 april 2016 is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerd dat de onderneming [naam 3] ( [naam 3] ) is opgeheven met ingang van 15 april 2016.

1.3

Op 15 juni 2016 heeft [naam 3] bij verweerder een melding overdracht agrarisch bedrijf gedaan, waarbij zij heeft aangegeven dat [naam 3] per 1 januari 2016 is overgedragen aan de Vennootschap onder Firma [naam 4] . Bij deze melding overdracht is aangegeven dat alle betalingsrechten worden overgedragen aan de overnemende partij, [naam 4] . De bedrijfsoverdracht is op 28 juni 2016 geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

1.4

Bij het primaire besluit heeft verweerder het verzoek van appellante om overdracht van de betalingsrechten afgewezen omdat de partij aan wie appellante wil overdragen ( [naam 3] ) niet voldoet aan de voorwaarde van actieve landbouwer. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd.

2. Appellante heeft zich in beroep op het standpunt gesteld dat de verkrijger van de betalingsrechten op 15 mei 2016 een actieve landbouwer is. Daartoe heeft appellante aangevoerd dat op 15 juni 2016 een melding bedrijfsoverdracht is gedaan door [naam 3] met het verzoek per 1 januari 2016 het bedrijf over te dragen aan [naam 4] . De verkrijger, [naam 4] was op 15 mei 2016 aan te merken als actieve landbouwer omdat deze in heel het jaar 2016 landbouwactiviteiten heeft verricht, namelijk de teelt van buxus. Ter onderbouwing van deze stelling heeft appellante een accountantsverklaring, betrekking hebbend op [naam 4] , overgelegd. Voorts heeft appellante zich op het standpunt gesteld dat de betalingsrechten overgedragen moeten worden van [naam 3] naar [naam 4] .

3.1

Op grond van artikel 34 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (Verordening 1307/2013) kunnen betalingsrechten uitsluitend worden overgedragen aan een landbouwer die overeenkomstig artikel 9 het recht heeft op toekenning van rechtstreekse betalingen.

Artikel 9 van Verordening 1307/2013 bepaalt - kort samengevat - dat een rechtstreekse betaling alleen wordt toegekend aan een actieve landbouwer.

De nationale wetgever heeft in artikel 2.3, derde lid, van de Uitvoeringsregeling, zoals deze ten tijde hier in geding luidde, bepaald dat ter uitvoering van artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel a, van Verordening 1307/2013 geen rechtstreekse betalingen worden toegekend aan landbouwers die niet uiterlijk op 15 mei van het jaar van aanvraag zijn ingeschreven of waarvan de onderneming niet op 15 mei van het jaar van aanvraag is ingeschreven in het handelsregister, onder de vermelding van de verkorte omschrijving van een landbouwactiviteit.

3.2

Appellante heeft in het formulier ‘Melding overdragen betalingsrechten’ op 2 mei 2016 aangegeven 7,88 betalingsrechten te willen overdragen aan [naam 3] . Op basis van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel moet worden vastgesteld dat [naam 3] vanaf 18 april 2016 niet meer in het handelsregister was ingeschreven omdat de onderneming op 15 april 2016 was opgeheven. Op de datum van de melding van de overdracht van betalingsrechten, 2 mei 2016, was [naam 3] derhalve niet meer aan te merken als actieve landbouwer in de zin van artikel 9 van Verordening 1307/2013. Uit het voorgaande volgt dat verweerder terecht de melding overdracht betalingsrechten niet heeft gehonoreerd.

3.3

Voor zover appellante heeft willen stellen dat [naam 4] , de rechtsopvolger van [naam 3] , op 15 mei 2016 is aan te merken als actieve landbouwer als bedoeld in artikel 9 van Verordening 1307/2013, doet dit aan het voorgaande niet af. Zoals verweerder terecht heeft gesteld heeft de melding overdracht betalingsrechten betrekking op appellante en [naam 3] en niet op [naam 4] .

4. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Pavićević, in aanwezigheid van mr. L.N. Nijhuis, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 november 2018.

w.g. T. Pavićević w.g. L.N. Nijhuis