ECLI:NL:CBB:2018:621
public
2018-11-23T11:13:57
2018-11-23
Raad voor de Rechtspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven
2018-11-20
18/588
Eerste aanleg - enkelvoudig
NL
's-Gravenhage
Bestuursrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2018:621
public
2018-11-23T11:13:42
2018-11-23
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:CBB:2018:621 College van Beroep voor het bedrijfsleven , 20-11-2018 / 18/588

SDE-subsidie – categorie zon – Subsidieontvanger krijgt geen ontheffing om subsidie over te dragen aan derde. Derde maakt bezwaar en stelt beroep in. Het procesbelang is aan de beoordeling van dat beroep komen te ontvallen omdat de subsidie inmiddels in ingetrokken. Het beroep wordt om die reden niet-ontvankelijk verklaard.

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/588

27301

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 november 2018 in de zaak tussen

[naam 1] B.V. te [plaats 1] , appellante

(gemachtigde: [naam 2] ),

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigde: mr. J. van Essen).

Procesverloop

Bij besluit van 25 januari 2018 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van Calorie U.A. (Calorie) om ontheffing teneinde de haar op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (Besluit SDE) verleende subsidie te mogen overdragen aan appellante, afgewezen.

Bij besluit van 23 maart 2018 (bestreden besluit) heeft verweerder het door appellante tegen het primaire besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en dat besluit gehandhaafd.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 november 2018. De gemachtigden van partijen zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het College gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Bij besluit van 5 februari 2015 heeft verweerder aan Calorie op haar aanvraag subsidie verleend voor het plaatsen van zonnepanelen op een boerenschuur te [plaats 2] (beoogde locatie). Op dit besluit is artikel 61, tweede lid, van het Besluit SDE van toepassing, ingevolge welke bepaling een subsidieontvanger, behoudens ontheffing van verweerder, tot de datum van ingebruikname van een productie-installatie een beschikking tot subsidieverlening niet mag overdragen aan een derde.

1.2.

Bij het primaire besluit, dat is gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder het verzoek van Calorie om een ontheffing om de subsidie te mogen overdragen aan appellante, afgewezen. Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

1.3.

Calorie heeft het project waarvoor haar subsidie is verleend niet gerealiseerd. Bij besluit van 17 mei 2018 (intrekkingsbesluit) heeft verweerder de subsidie ingetrokken. Tegen dat besluit is geen rechtsmiddel ingesteld.

2. Het College overweegt als volgt.

2.1.

Appellante beoogt met het door haar ingestelde beroep te bereiken dat zij van de aan Calorie verleende subsidie gebruik kan maken voor het plaatsen van zonnepanelen op de door Calorie beoogde locatie.

2.2.

Dit doel kan appellante, geheel daargelaten de vraag of haar belang rechtstreeks bij het primaire besluit is betrokken, niet bereiken omdat de subsidie waarover appellante wil beschikken met een inmiddels, omdat daartegen geen rechtsmiddel is ingesteld, in rechte onaantastbaar geworden besluit is ingetrokken. Dit brengt mee dat het procesbelang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen. Het beroep zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.3.

Hetgeen appellante in beroep tegen het bestreden besluit heeft aangevoerd behoeft, gelet op het vorenstaande, dan ook verder geen bespreking. Alle argumenten die appellante in beroep heeft aangedragen ten betoge dat het intrekkingsbesluit de toets der kritiek niet kan doorstaan, vallen buiten de omvang van dit geding en lenen zich daarom evenmin voor bespreking.

Beslissing

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.R. Winter, in aanwezigheid van mr. J.W.E. Pinckaers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018.

w.g. R.R. Winter w.g. J.W.E. Pinckaers