Afgezien van getuigenverhoor. Eindarrest
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team handelsrecht
zaaknummer 200.266.361/01
arrest van 16 februari 2021
in de zaak van
[appellant] ,wonende te [woonplaats],
appellant,hierna “[appellant]”,advocaat: mr. A. Kara te Maastricht,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna “[geïntimeerde]”,advocaat: mr. S.G. Ong te Eindhoven,
als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 29 september 2020 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, onder zaaknummer/rolnummer C/01/333899 / HA ZA 18-310 tussen partijen gewezen vonnis van 5 juni 2019.
5Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest.
6De beoordeling
[appellant] is in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. Hij heeft daarvan afgezien.
Het hof is bij deze stand van zaken van oordeel dat [appellant] het tegenbewijs niet heeft geleverd en dat [geïntimeerde] zijn stelling, dat hij € 30.000,00 ten titel van geldlening heeft verstrekt, heeft bewezen (tussenarrest, 3.23).
De conclusie is dat grieven I en V falen en dat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd (tussenarrest, 3.24; ook grieven II tot en met IV falen, tussenarrest, 3.20). Het door [appellant] gevorderde in hoger beroep moet worden afgewezen. [appellant] moet als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in hoger beroep worden veroordeeld.
7De uitspraak
Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] op € 741,00 aan griffierecht en op € 2.031,00 aan salaris advocaat;
wijst af het door [appellant] gevorderde in hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. L.S. Frakes, S.C.H. Molin en B.E.L.J.C. Verbunt en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 februari 2021.
griffier rolraadsheer