ECLI:NL:GHSHE:2021:537
public
2021-02-26T10:41:28
2021-02-25
Raad voor de Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
2021-02-25
20-003566-15 OWV
Hoger beroep
NL
's-Hertogenbosch
Strafrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2021:537
public
2021-02-26T10:41:06
2021-02-25
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:GHSHE:2021:537 Gerechtshof 's-Hertogenbosch , 25-02-2021 / 20-003566-15 OWV

Mega ontnemingszaak Begonia.

Parketnummer : 20-003566-15 OWV

Uitspraak : 25 februari 2021

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 12 november 2015 op de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak met parketnummer 01-889087-09 OWV tegen:

[betrokkene]

Hoger beroep

De rechtbank heeft het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 485.983,- en aan betrokkene een betalingsverplichting opgelegd voor een bedrag van € 480.983,-.

Van de zijde van de betrokkene is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de betrokkene naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen.

De verdediging heeft verweren gevoerd betreffende:

-de omvang van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel;

-de omvang van de opgelegde betalingsverplichting.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis zal worden vernietigd omdat het hof zich daarmee niet kan verenigen.

Door het hof gebruikte bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op het verkorte arrest.

Deze aanvulling wordt dan aan het verkorte arrest gehecht.

Schatting van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel

De veroordeling

De betrokkene is bij arrest van dit hof van 20 juni 2013 onder parketnummer

20-002215-12 onherroepelijk tot straf veroordeeld onder meer ter zake van:

1. hij op 29 januari 2010 te Goirle, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd, ongeveer 1 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

2. hij op 18 november 2010 te Eindhoven en Breda en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd ongeveer 44 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

3. hij op 19 november 2010 te Oss opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd ongeveer 5 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

4. hij in de periode van 26 augustus 2010 tot en met 9 december 2010 te Oss en/of Eindhoven en/of Breda en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, te weten:

- op 26 augustus 2010 een hoeveelheid van 1 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

en

- op 2 november 2010 een hoeveelheid van 12 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

en

- op 12 november 2010 een hoeveelheid van 34 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

en

- op 17 november 2010 een hoeveelheid van 44 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

en

- op 9 december 2010 een hoeveelheid van 12 kilogram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

5. hij in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 8 februari 2011 te Oss en Eindhoven en elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte, en [medebetrokkene 1] en [medebetrokkene 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van

- misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet, te weten het bereiden en bewerken en verkopen en afleveren en vervoeren en of aanwezig hebben van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I

en

- misdrijven als bedoeld in artikel 10a, eerste lid van de Opiumwet, te weten het plegen van voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd artikel;

Wettelijke grondslag

Het hof ontleent aan de inhoud van voormelde bewijsmiddelen het oordeel, dat de betrokkene door middel van het begaan van voormelde feiten, alsmede soortgelijke feiten, een voordeel als bedoeld in artikel 36e lid 2 (oud) van het Wetboek van Strafrecht heeft genoten.

De opzet van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel

In het dossier is in het kader van een strafrechtelijk financieel onderzoek een rapportage proces-verbaal opgemaakt betreffende een rapport betreffende verdachte [betrokkene] met betrekking tot berekening wederrechtelijk verkregen voordeel (genummerd 29-651056), gedateerd 28 augustus 2012. Daarnaast is deze rapportage aangevuld met een rapportage gedateerd 1 juli 2014, aangeduid als “inhoudsopgave ontnemingsrapportage [betrokkene] ”. Voorts zijn er nog aanvullende processen-verbaal ingediend d.d. 30 juni 2014 (tweemaal) en d.d. 14 april 2015.

De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft blijkens een onderzoek naar het voordeel behaald uit amfetaminehandel plaatsgevonden. In die berekening is zowel uitgegaan van voordeel behaald uit de feiten waarvoor betrokkene is veroordeeld als voordeel dat is behaald uit soortgelijke feiten/feiten uit de vijfde categorie.

Het hof zal allereerst het voordeel uit de bewezenverklaarde feiten bespreken alvorens over te gaan tot de bespreking van (eventueel) behaald voordeel uit soortgelijke feiten, dan wel feiten uit de vijfde categorie.

Voordeel uit de bewezenverklaarde feiten

Bewezenverklaarde drugstransacties

Uit het onderliggende strafarrest d.d. 20 juni 2013 blijkt dat de betrokkene veroordeeld is ten aanzien van het tezamen en in vereniging afleveren en verkopen van amfetamine; het gaat hier om de volgende drugstransacties.

Tezamen en in vereniging:

Op 29 januari 2010 in Goirle 1 kilogram

Op 18 november 2010 in o.m. Eindhoven 44 kilogram

Op 2 november 2010 in o.m. Oss 12 kilogram

Op 12 november 2010 in o.m. Oss 34 kilogram

Op 17 november 2010 in o.m. Oss 44 kilogram

Op 9 december 2010 in o.m. Oss 12 kilogram +/+

Totaal 147 kilogram

De verdediging heeft zich allereerst op het standpunt gesteld dat de bewezenverklaarde, maar inbeslaggenomen levering van thans 44 kilogram op 18 november 2010 aan [medebetrokkene 3] , niet is betaald. Derhalve heeft betrokkene uit die drugstransactie geen wederrechtelijk verkregen voordeel behaald.

Het hof stelt vast dat de betrokkene in de onderliggende strafzaak is veroordeeld ter zake van de verkoop van 44 kilogram amfetamine op 18 november 2010.

Uit de bewijsmiddelen volgt vervolgens ten aanzien van de betaling van de tweede levering van amfetamine aan [medebetrokkene 3] , het volgende:

Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 17 bij Delictsdossier Handel met [medebetrokkene 3] (met 4 sub bijlagen), d.d. 24 februari 2011, proces-verbaalnummer 29-358703, op ambtseed opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , p. 240-242 en waarvan de gegevens overeenkomstig de door de verbalisant bijgevoegde bijlagen op p. 243-248

(Vervolg GSM-verkeer d.d. 19 november 2010, p.47)

Gespreksnummer 277889773

Op vrijdag 19 november 2010 te 14:52:48 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Maat kan ik die papiere van gistere komen ophalen want heb ze nodig vandaag?

Gespreksnummer 277889774

Op vrijdag 19 november 2010 te 14:54:02 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik heb een deel al hier rest komt zo

Gespreksnummer 277889775

Op vrijdag 19 november 2010 te 14:55:07 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ok sms als het binnen is stuur ik iemand hoe laat ongeveer denk je

OVC2 Gesprek in woning [medebetrokkene 2] d.d. 19 november 2010

Gespreksnummer 278013007, gesprek d.d. 19 november 2010 14:45 uur, bijlage 2, p. 129-130.

Op vrijdag 19 november 2010 vond er in de woning van [medebetrokkene 3] , gelegen aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss, een vertrouwelijk gesprek plaats tussen [betrokkene] en [medebetrokkene 1] .

14.52 uur:

Kennelijk worden er vervolgens wat SMS-berichten hardop voorgelezen dan wel geciteerd.

[medebetrokkene 1] : "...die papieren van gisteren moet je zeggen"

[medebetrokkene 2] : "Maat, weet je al iets … waar kan ik die papieren komen ophalen.

[medebetrokkene 1] : "Laten ophalen !"

[medebetrokkene 2] : "Papieren laten ophalen"

14.58 uur:

[medebetrokkene 2] komt binnen die gelijk bij binnenkomst zegt: "Hij heeft een deel binnen."

[medebetrokkene 1] : "He"

Daarna zegt [medebetrokkene 2] (kennelijk is een gedeelte van onderstaande tekst een SMS die hij voorleest): "Ik heb een deel al hier, het komt zo, ik heb, parkeer hem maar binnen ... stuur iemand ... hoe laat je ongeveer …deel binnen en de rest komt zo. Deel van gisteren dan he !

14.59 uur:

[medebetrokkene 1] : "Heb je dat gehoord ?"

NN-vrouw: "Mmmmm"

[medebetrokkene 1] : "8. .hebben we … mijn amfetamine"

15.00 uur:

[medebetrokkene 2] : "Als ie nou alles compleet krijgt kan ik een bietje beuren vandaag."

[medebetrokkene 2] : "Alles compleet, alles ?"

[medebetrokkene 1] : "Nee niet alles, misschien 40, 45.

[medebetrokkene 2] : Ja maar ik wil eerst 35.

[medebetrokkene 1] : "Kom je daar nou bij? Eerst …6 weken geleden … snap je"

15.01 uur

[medebetrokkene 1] : "Als hij die 35 ... bij ons afgeven … dan zitte al op 9.2."

(Vervolg GSM-verkeer d.d. 19 november 2010, p.47-48)

Gespreksnummer 277890317

Op vrijdag 19 november 2010 te 17:00:53 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Maatje als je wat zeg kan ik iemand langs sturen

Gespreksnummers 277890318 en 277890319

Op vrijdag 19 november 2010 te 17:03:54 uur en 17:03:59 uur werden er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) 2 SMS-berichten verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-berichten: Maat ik kan niks zeggen ik zit nog op hem te wachten. Hij komt dadelijk of morgen ochtend. Ze zijn hem ze chauffeur kwijt die is gisteren weg gereden en hebben niks meer van hem gehoord.

Gespreksnummer 277890320

Op vrijdag 19 november 2010 te 17:04:36 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ja is mijn probleem toch niet

Gespreksnummer 277890320

Op vrijdag 19 november 2010 te 17:04:36 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Nee en wordt het ook niet. Maar hij is op aan het ruimen en komt dan meteen naar mij met pap. Hij probeert vandaag nog

Gespreksnummer 277890322

Op vrijdag 19 november 2010 te 17:06:19 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ja oké

OVC2 Gesprek in woning [medebetrokkene 2] d.d. 19 november 2010

Gespreksnummer 278017925, gesprek d.d. 19 november 2010 16:45 uur, bijlage 2, p. 131.

Op 19 november 2010 vond er in de woning van [medebetrokkene 3] , gelegen aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss, een vertrouwelijk gesprek plaats tussen [betrokkene] en [medebetrokkene 1] .

Te 17.08 uur spreekt [medebetrokkene 1] luid: "Chauffeur is er uitgenaaid zegt ie. Hij zit er op te wachten maar hij komt niet meer terug ..., voorlopig wel zegt ie, voorlopig wel. Ja, maar zo werkt da nie !"

Er komt iemand binnen en [medebetrokkene 1] zegt opgewonden: "Wat is er jongen is ie er tussenuit genaaid ?"

NN-man 1: "Ja de chauffeur wordt opgepiept enne...."

[medebetrokkene 1] kennelijk een SMS lezend: "Maar hij .. is .. is .. is aan .. aan .. op .. op aan het ruimen .... en kom dan meteen naar mij .. met pap .. probeer vandaag nog"

NN-man 1: "Maar wat zegt ie dan?

[medebetrokkene 1] : "Maar ik kan …"

17.10 uur:

NN-man 1: "Hoeveel bende kwijt ?"

[medebetrokkene 1] : "5, 6, [adres medebetrokkene 1] , 800 ….. chauffeur kwijt en niks meer van gehoord"

20 november 2010

GSM-verkeer d.d. 20 november 2010, p.49-51

Gespreksnummer 277892601

Op zaterdag 20 november 2010 te 11:12:45 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Hoe is het

Gespreksnummer 277892602

Op zaterdag 20 november 2010 te 11:30:02 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Maat hoe laat kan ik pap halen

Gespreksnummer 277892605

Op zaterdag 20 november 2010 te 11:35:12 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: He vriend weet niet wat de bedoeling is ik moet vandaag die pap wand dit werk zo niet

Gespreksnummer 277892606

Op zaterdag 20 november 2010 te 12:07:49 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ben je thuis of op de zaak kom ik langs

Gespreksnummer 277892608

Op zaterdag 20 november 2010 te 12:22:18 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Ben net wakker bel je zo even op

Gespreksnummer 277893036

Op zaterdag 20 november 2010 te 13:23:11 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Kan je concreet een tijd zeggen wanneer ik papier kan ophalen?

Gespreksnummer 277893040

Op zaterdag 20 november 2010 te 13:35:04 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik bel je zo heb zo contact met hun

Gespreksnummer 277893041

Op zaterdag 20 november 2010 te 13:36:48 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik heb gister de hele dag gewacht en nu ook al kan zo toch niet heb het aan jou verkocht toch

Gespreksnummer 277893042

Op zaterdag 20 november 2010 te 14:33:50 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Hallo ? Ik heb ook weekend en heb weer geen zin in allerlei verhalen zeg gewoon waar het op staat. Hoe laat heb ik pap vandaag?

Gespreksnummer 277893043

Op zaterdag 20 november 2010 te 14:34:39 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik kom rond 6 uur naar je toe

Gespreksnummer 277893044

Op zaterdag 20 november 2010 te 14:35:20 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Is dan alles geregeld?

Gespreksnummer 277896059

Op zaterdag 20 november 2010 te 15:03:24 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik kan nu ook na jou komen

Gespreksnummer 277896060

Op zaterdag 20 november 2010 te 15:04:43 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ).

Inhoud SMS-bericht: Ik ben zo eerst in drunen dan rij ik door naar jou

Gespreksnummer 277896061

Op zaterdag 20 november 2010 te 15:05:02 uur werd de door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [medebetrokkene 1] en/of [betrokkene] ) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (in gebruik bij [medebetrokkene 3] ).

Inhoud SMS-bericht: Oké

Aankomst en vertrek [medebetrokkene 3]

Proces-verbaal uitkijken camerabeelden [adres medebetrokkene 1] , nr. 29-381362 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 22 maart 2011, op ambtseed opgemaakt, bijlage 24 bij delictsproces-verbaal 29-551482, p. 287-289.

Door mij werden de zwart / wit camerabeelden bekeken welke op 20 november 2010 waren opgenomen. Op de camerabeelden is een in- en uitgang te zien van het woonwagenkamp aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss, te weten de in- en uitgang welke gelegen is ter hoogte van de woningen [adres medebetrokkene 1] en [adres medebetrokkene 1] te Oss.

Omstreeks 17.17 uur rijdt een donkerkleurige personenauto, merk Audi (vermoedelijk type Q7 dan wel Q5), hoog model/station met opvallende 5-spaaksvelgen, zilverkleurige/lichte raamlijsten en zilverkleurige/lichte dakrails, het woonwagenkamp op en draait daarbij in de richting van de [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 17.19 uur komt een manspersoon NN1, donker haar met lengte tot in de nek, gekleed in een lichte trui met strepen op de mouwen, daaroverheen een donkere bodywarmer, vanaf het woonwagenkamp vanuit de richting van [adres medebetrokkene 1] de in/uitrit opgelopen. Aan het begin van de in/uitrit blijft hij staan en kijkt daarbij beurtelings naar links en rechts over de openbare weg [adres medebetrokkene 1] . De manspersoon NN1 loopt over de in/uitrit weer terug het woonwagenkamp op in de richting van [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 17.21 uur komt manspersoon NN1 weer vanaf het woonwagenkamp naar de uit/inrit gelopen en staat aan het einde daarvan stil. Hij kijkt daarbij beurtelings naar links en rechts over de openbare weg [adres medebetrokkene 1] . Hij rookt en heeft in zijn rechterhand een sigaret.

Omstreeks 17.22 uur draait manspersoon NN1 zich op de in/uitrit om en loopt vervolgens het woonwagenkamp weer op in de richting van de [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 17.26 uur rijdt een donkerkleurige personenauto het woonwagenkamp op en parkeert de auto nabij de bosschages ter hoogte van de woning [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 17.26 uur gaat het linkerportier van de personenauto open en een manspersoon NN2, stapt uit en verdwijnt in de richting van [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 17.43 uur rijdt een lichtkleurige personenauto (type Renault station) met dakrail het woonwagenkamp op.

Omstreeks 18.25 uur rijdt een lichtkleurige personenauto (type Renault station) met dakrail achteruit de in/uitrit van het woonwagenkamp af.

Omstreeks 19.29 uur rijdt een donkerkleurige personenauto, merk Audi (vermoedelijk type Q7 dan wel Q5), hoog model/station met opvallende 5-spaaksvelgen, zilverkleurige/lichte raamlijsten en zilverkleurige/lichte dakrails, achteruit de in/uitrit van het woonwagenkamp af.

Omstreeks 19.33 uur rijdt een lichtkleurige bestelauto (type Caddy/Partner) het woonwagenkamp af.

Omstreeks 19.39 uur rijdt een lichtkleurige bestelauto (type Caddy/Partner) het woonwagenkamp op, in de richting van de [adres medebetrokkene 1] .

Omstreeks 19.44 uur loopt een manspersoon NN4, kort geknipt haar, gekleed in een jas met capuchon en daaronder een licht gekleurd shirt, vanuit de richting [adres medebetrokkene 1] naar de in/uitrit. Halverwege de in/uitrit kijkt hij lopend beurtelings naar rechts en links, telkens in beweging. Deze manspersoon draait om en gaat dan richting de [adres medebetrokkene 1] . Rechterhand in zijn rechter jaszak en neemt vermoedelijk uit zijn rechter jaszak een gsm, hij kijkt ernaar en loopt verder.

Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] d.d. 10 mei 2011, nummer 29-466690, op ambtsbelofte opgemaakt, p. 261-262 en waarvan de gegevens overeenkomstig de door de verbalisant bijgevoegde bijlagen op p. 263-268 zijn.

Door een medewerker van de politie werden de zwart / wit camerabeelden bekeken welke op 20 november 2010 waren opgenomen van een in- en uitgang van het woonwagenkamp aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss. Op de camerabeelden was onder andere het volgende te zien:

“Omstreeks 17.19 uur komt een manspersoon NN1, donker haar met lengte tot in de nek, gekleed in een lichte trui met strepen op de mouwen, daaroverheen een donkere bodywarmer, vanaf het woonwagenkamp vanuit de richting van [adres medebetrokkene 1] de in/uitrit oplopen.”

Op 5 april 2011 vond er een doorzoeking in de woning [woning] plaats. Het genoemde adres betreft de verblijfplaats van [medebetrokkene 3] , geboren op [geboortedatum medebetrokkene 1] . Tijdens de doorzoeking werd een trui (BEG.H27.E.2.2) in beslag genomen. De trui vertoont gelijkenissen met de trui welke de persoon op de camerabeelden van 20 november 2010 droeg. Tevens werd er tijdens de doorzoeking in de woning tevens een zwarte bodywarmer aangetroffen. De bodywarmer werd niet in beslag genomen, maar er werden fotografische opnamen van gemaakt.

Proces-verbaal uitkijken camerabeelden [adres medebetrokkene 1] , nr. 29-460169 van verbalisanten [verbalisanten] d.d. 4 mei 2011, op ambtseed opgemaakt, (sub)bijlage 9 bij bijlage 45 van delictsproces-verbaal 29-551482, p. 609-610.

Door ons werden de zwart/wit camerabeelden bekeken welke op 20 november 2010 waren opgenomen. Op de camerabeelden is een in- en uitgang te zien van het woonwagenkamp aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss. Bekend is dat er een tweetal in- en uitgangen zijn bij het genoemde woonwagenkamp, te weten de in- uitgang die gelegen is ter hoogte van de woningen [adres medebetrokkene 1] en [adres medebetrokkene 1] te Oss.

Tussen 17.17 en 17.27 uur werden door ons de camerabeelden bekeken. Bijzonderheden op de camerabeelden staan hieronder weergegeven.

Er komt een donkerkleurige Audi Q7 aan op het woonwagenkampje aan de [adres medebetrokkene 1] te Oss. Deze komt aanrijden via de zuidelijke rijbaan van de [adres medebetrokkene 1] te Oss. De auto is voorzien van z.g. 5-spaaks wielen. Deze auto keert kennelijk iets verderop en rijdt vervolgens via de ingang ter hoogte van de woningen [adres medebetrokkene 1] en [adres medebetrokkene 1] het woonwagenkampje op. De bestuurder stapt uit.

Een persoon staat te wachten op de toegang naar het woonwagenkampje nabij de rijbaan van de [adres medebetrokkene 1] . Hij rookt een sigaretje. Deze persoon draagt een lichtkleurige gestreepte trui met daaroverheen een donkerkleurige bodywarmer.

Verbalisanten zijn op 5 en [adres medebetrokkene 1] april 2011 belast geweest met het verhoor van de verdachte [medebetrokkene 3] , [geboortedatum medebetrokkene 2] , ingeschreven op het adres [adres medebetrokkene 2] doch verblijvende op het adres [woning] .

De persoon die wij, verbalisanten, zien op de camerabeelden van 20-11-2010 tussen 17.17 en 17.27 uur komt qua postuur, houding en haardracht overeen met verdachte [medebetrokkene 3] . Ook de kleding die deze persoon aan heeft komt overeen met kleding die het onderzoeksteam Begonia op 5 april 2011 heeft aangetroffen tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [medebetrokkene 3] .

Verdachte [medebetrokkene 3] is in het bezit van een zwarte Audi Q [adres medebetrokkene 1] voorzien van het kenteken [kenteken] . Dit voertuig is voorzien van 5-spaaks wielen.

OVC2 Gesprek in woning [medebetrokkene 2] d.d. 20 november 2010

Gespreksnummer 278020601, gesprek d.d. 20 november 2010 17:00 uur, bijlage 2, p. 132-138.

Op 20 november 2010 vanaf 17:24 uur vond er in de woning van [medebetrokkene 3] . een vertrouwelijk gesprek plaats.

17.24

uur:

Hond slaat aan. [persoon 1] , [persoon 2] en NN-man komen binnen.

[persoon 1] (het hof begrijpt: [persoon 1] ): Hij zou gelijk hier naartoe komen hoor ....

(geluid van een inkomend sms-bericht)

17.28

uur:

(geluid van deurbel/bewegingsmelder)

[betrokkene] en [medebetrokkene 1] komen druk door elkaar pratend binnen. Ze begroeten met: Bonjour!

17.30

uur

NN-man: Toen ik je van de week belde, bericht ….

[medebetrokkene 1] : Ja, ik vraag andere telefoon, hij is …

NN-man: … dan koop je er maar 4 tegelijk of zo … ik belde …

[medebetrokkene 1] : Ja da's niet goed, dan kun je hem weggooien

NN-man: … want die andere is nog steeds niet boven water

[medebetrokkene 1] : … nee, als hij was gepakt ..

NN-man: … normaal gesproken had ie, naar hem moeten bellen …

17.46

uur

Geluid van deurbel/bewegingsmelder)

[persoon 3] komt binnen, deur slaat dicht

[medebetrokkene 1] : … He [persoon 3] ? Hoe gaat dat dan?

[persoon 3] : "Gelijk op het moment dat daar wordt afgegeven …….."

18.06

uur: Geluid van inkomend sms-bericht te horen.

18.09

uur: Geluid van inkomend sms-bericht te horen.

18.09

uur: Geluid van inkomend sms-bericht te horen.

18.09

uur

NN-man: … Eindhoven ... langs mij komen …Ik heb gekeken op ... normaal Omroep Brabant en dat soort dingen weet je niet ...

[medebetrokkene 1] : ... aanhouding ... ik denk dat ik wel ongeveer weet waar die gepakt is …

NN-man: Ja, maar … telefoon kreeg …

[medebetrokkene 1] : Die heeft die 44 ook … gehad.

NN-man: … politie, bij Utrecht, controle van de wouten, …

(Vervolg GSM-verkeer d.d. 20 november 2010, p.57)

Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] (spraaklijn in gebruik bij [medebetrokkene 3] ) blijkt dat er met dat telefoonnummer op 20 november 2010 te 19:33:32 uur een SMS-bericht werd verzonden. De telefoon van [medebetrokkene 3] maakte op dat moment gebruik van de GSM-mast gelegen aan de Rijksweg ter hoogte van Geffen.

Gelet op het vorenstaande in onderlinge samenhang bezien acht het hof het niet aannemelijk geworden dat medebetrokkene [medebetrokkene 3] de verkochte levering niet heeft betaald. Daarbij wijst het hof op het gebruik van het woord “pap” en “papier” waarmee de partijen op de betaling van de drugstransacties doelen door middel van geldbiljetten. Daarbij blijkt genoegzaam uit voornoemde bewijsmiddelen dat op 20 november 2010 deze “pap” en “biljetten” voor de drugstransactie van 18 november 2010 persoonlijk door [medebetrokkene 3] zullen worden afgegeven.

Met de rechtbank, en de advocaat-generaal, acht het hof het derhalve voldoende aannemelijk geworden dat de tweede levering gedateerd van 18 november 2010, betreffende een tweede hoeveelheid van 44 kilogram, aan [medebetrokkene 3] , op 20 november is betaald. Het hof verwerpt het verweer van de verdediging en zal ook deze drugstransactie in de berekening meenemen.

Ten aanzien van de overige bewezenverklaarde drugstransacties heeft de verdediging geen verweer gevoerd. Het hof acht voor die transacties voldoende bewijsmiddelen in het dossier aanwezig waaruit voldoende is gebleken dat de betrokkene voordeel uit die bewezenverklaarde drugstransacties heeft behaald.

Daarnaast acht het hof dat ten aanzien van de betrokkene tevens uit de volgende bewezenverklaarde drugstransacties zich voldoende aanwijzingen in het dossier bevinden dat betrokkene daar voordeel uit heeft behaald.

Alleen:

Op 26 augustus 2010 in Goirle 1 kilogram

Op 19 november 2010 in o.m. Oss 5 kilogram +/+

Totaal 6 kilogram

Samenvattend stelt het hof derhalve vast dat betrokkene voordeel heeft behaald, op basis van artikel 36e, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, uit de bewezenverklaarde verkoop van (147 kilogram + 6 kilogram =) 153 kilogram amfetamine.

De te hanteren winstmarge

Verkoopprijs:

De verkoopprijs is gebaseerd op de verklaringen van de in het dossier opgenomen afnemers, en is vastgesteld op € 850,00 per kilogram. Ten aanzien van de verkoopprijs is er geen verweer gevoerd.

Het hof stelt op basis van het dossier de verkoopprijs vast op € 850,00 per verkochte kilogram amfetamine.

Inkoopprijs:

De verdediging heeft zich in hoger beroep wederom op het standpunt gesteld dat de behaalde winst per kilogram verkochte amfetamine op € 150,00 dient te worden gesteld. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat het hof dient uit te gaan van een gemiddelde inkoopprijs van € 700,00 per kilo nu de amfetamine zelf werd opgeklopt uit amfetamineolie, deze amfetamineolie per liter € 1.400 kostte, en daarmee 2 liter aan amfetamine kon worden gemaakt.

Het hof oordeelt als volgt.

Uit het dossier volgt dat de inkoopprijs onder meer gebaseerd wordt op een OVC gesprek gedateerd van 20 oktober 2010 om 20:10, waarin zowel betrokkene [betrokkene] als [medebetrokkene 1] spreken over 400 liter olie die op dat moment zou worden gemaakt, en een betaling van 70 ruggen die zij morgen zouden moeten doen. Derhalve lijkt het dat er een bedrag van (€ 70.000 / 400 (liter) =) € 175,00 per liter voor die olie dient te worden betaald.

Daarnaast is uit informatie van het Expertisecentrum synthetische drugs en precursoren van de Dienst Nationale Recherche van het Korps Landelijke Politiediensten, het vermoeden ontstaan dat de ingekochte amfetamineolie is geproduceerd op basis van sassafrasolie of safrol, een olie die vele malen goedkoper is dan de olie geproduceerd met BMK (benzylmethylketon). Uit de sassafrasolie of safrol kan ook MDMA worden gesynthetiseerd, welke MDMA de basis kan vormen voor amfetamine. De prijs van de sassafrasolie of safrol bedroeg tussen de € 120,00 en € 175,00 per liter.

De rechtbank is niet uitgegaan van voormelde inkoopprijs, maar is uitgegaan van de verklaring van de getuige [getuige] die in eerste aanleg op 5 december 2014 is gehoord door de rechter-commissaris, en welke getuige stelt dat de prijs van BMK in die periode ongeveer € 200,00 tot € 350,00 per liter betrof. Met inachtneming van deze aankoopprijzen is de rechtbank uitgegaan van een gemiddelde aankoopprijs van € 300,00 per liter aangekochte BMK. Getuige [getuige] heeft tevens verklaard dat uit 400 liter BMK 600 kilogram amfetamine(pasta) kan worden geproduceerd. Met die informatie is de rechtbank uitgegaan van een kostprijs van (400 (liter) x € 300,00 : 600 (kilogram) =)

€ 200,00 per kilo. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging, dat dient uit te worden gegaan van een inkoopprijs van € 700,00 per kilo, hetgeen is gebaseerd op de stelling dat 1 liter amfetamineolie € 1.400,00 heeft gekost en daaruit 2 kilogram amfetamine kon worden gehaald, ongeloofwaardig geacht en het volstrekt onaannemelijk geacht dat er maar een beperkte winstmarge zou zijn behaald van € 150,00 per verkochte kilogram amfetamine.

In hoger beroep heeft de betrokkene bij de raadsheer-commissaris d.d. 30 september 2020 wederom verklaard dat de winstmarge die hij en de mede-betrokkenen hebben behaald met de verkochte amfetamine, enkel € 150,00 per kilogram bedroeg. Tevens heeft de verdediging in appel de verweren herhaald die ook in eerste aanleg waren gevoerd.

Gelet op de beperkte aanwijzingen uit het dossier ten aanzien van de door betrokkenen betaalde inkoopprijs, is het hof onvoldoende gebleken dat bij de berekening van de winstmarge een inkoopprijs kan worden vastgesteld van € 175,00 voor een liter sassafrasolie of safrol, dan wel een inkoopprijs van € 300,00 per liter BMK, omgerekend leidend tot een kostprijs van € 200,00 per kilo amfetaminepasta. Het hof acht ieder van deze inkoopprijzen/kostprijzen onvoldoende uit het dossier aannemelijk geworden. Daarbij acht het hof het van belang dat de betrokkenen zich op het standpunt hebben gesteld dat er bij de handel in amfetamine geen sprake was van productie, maar enkel van het opkloppen van amfetamineolie en het direct doorverkopen van de daaruit verkregen amfetamine(pasta). Het hof heeft al met al onvoldoende reden om de rechtbank te volgen in haar overweging dat het volstrekt onaannemelijk is dat de betrokkenen enkel een winstmarge van € 150,00 per kilo genereerden.

Zonder nadere bewijsmiddelen omtrent de gestelde inkoopprijs dient het hof, gelet op het reparatoire karakter van de voordeelsontneming, in de berekening zoveel mogelijk uit te gaan van het geschatte daadwerkelijk behaalde voordeel van betrokkenen. Het hof gaat zodoende uit van de verklaringen van de betrokkenen, en gaat daarom uit van de inkoop van 1 liter amfetamineolie voor € 1.400,00, waaruit 2 kilogram amfetamine kan worden gemaakt.

Het hof stelt op basis van die verklaringen de inkoopprijs vast op (€ 1.400,00 / 2 (kilogram) =) € 700,00 per verkochte kilogram amfetamine.

Samenvattend zal het hof, anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal, in zijn berekening uitgaan van een te hanteren winstmarge van (€ 850,00 – € 700,00 =) € 150,00 per verkochte kilogram amfetamine, hetgeen leidt tot de volgende berekening als totaal wederrechtelijk verkregen voordeel uit de bewezenverklaarde feiten:

Totaal voordeel uit de bewezenverklaarde feiten:

Totaal voordeel uit de bewezenverklaarde feiten, tezamen en in vereniging ( [betrokkenen] ):

147 kilogram x € 150,00 € 22.050,00

Totaal voordeel uit de bewezenverklaarde feiten [betrokkene]

6 kilogram x € 150,00 € 900,00

Totaal € 22.950,00

Voordeel uit soortgelijke feiten

Vacuümzakken en gastrobakken

In hoger beroep heeft de advocaat-generaal de eerder in eerste aanleg opgevoerde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van vacuümzakken en gastrobakken niet gehandhaafd en ook de verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat deze berekening niet aan de orde is.

Nu beide berekeningswijzen in hoger beroep door het Openbaar Ministerie zijn losgelaten, dit met instemming van de verdediging is gebeurd en ook het hof geen aanleiding ziet om deze berekeningen te volgen, zal het hof deze buiten beschouwing laten.

Extrapolatie

De verdediging heeft zich, net als bij de behandeling in eerste aanleg, op het standpunt gesteld dat het onvoldoende aannemelijk is geworden dat de handel in verdovende middelen over een langere periode heeft plaatsgevonden dan bewezenverklaard. Daartoe is onder meer aangevoerd dat het eerste concrete feit pas van 29 januari 2010 dateert. Verder is gesteld dat betrokkenen elkaar inderdaad langer kenden, maar dat niet in die gehele periode sprake is geweest van amfetaminehandel. Ten slotte is in dit verband aangevoerd dat, wanneer er in afgeluisterde tapgesprekken wordt gesproken over handel waarvan al jaren sprake is, het hier niet gaat om concrete aanwijzingen dat buiten/vóór de bewezen verklaarde periode daadwerkelijk sprake is geweest van opbrengst gevende amfetaminehandel of dat binnen die periode andere amfetaminetransacties hebben plaatsgevonden dan die in de strafzaak bewezen zijn verklaard.

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat er voldoende aanwijzingen bestaan om de beginperiode van de handel in soortgelijke feiten op 1 januari 2008 te stellen.

Het hof overweegt als volgt.

De rechtbank heeft op basis van het dossier geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat het voordeel dat de criminele organisaties [betrokkenen] wederrechtelijk heeft verkregen, beperkt is gebleven tot het voordeel behaald uit de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft het evenmin aannemelijk geacht dat niet ook andere feiten ertoe hebben geleid dat de betrokkenen wederrechtelijk voordeel hebben verkregen.

Zo hebben volgens de rechtbank in de periode september 2010 tot en met november 2010 5 transacties plaatsgevonden met ene [persoon 4] , waarbij in totaal 28 kilogrammen amfetamine zijn verkocht. Daarnaast blijkt volgens de rechtbank dat er in december 2010 is gehandeld met ene [persoon 8] , en is gebleken van handel met [persoon 5] in de periode van november 2009 tot februari 2010 van in totaal 9 kilogram. Ten slotte zijn er volgens de rechtbank aanwijzingen in het dossier dat in december 2009 gehandeld werd met [persoon 6] en [persoon 7] .

Het hof stelt vast dat op basis van vorenstaande delictsdossiers kan worden gesteld dat er buiten de bewezenverklaarde transacties tevens met andere personen drugstransacties hebben plaatsgevonden. Het hof heeft echter onvoldoende concrete aanwijzingen gevonden om in verband met extrapolatie buiten de bewezenverklaarde periode berekeningen van wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen maken die de werkelijkheid redelijk betrouwbaar benaderen, uitgaande van een geleidelijke opbouw van (opbrengsten uit) de handel in amfetamine vanaf 1 januari 2008 tot 1 januari 2011. Weliswaar kenden de betrokkenen elkaar al langer en zijn er aanwijzingen dat zij samen al vanaf 1 januari 2008 verscheidene drugstransacties hebben verricht, het hof acht de omvang van de handel getalsmatig onvoldoende bepaalbaar om op basis van bedoelde aanwijzingen het buiten de bewezenverklaarde periode wederrechtelijk verkregen voordeel voldoende nauwkeurig te kunnen schatten. Daarbij kan het hof allerminst uitsluiten dat bij die schatting voordeel is begrepen dat reeds is ontnomen in verband met de bewezenverklaarde transacties en de hierna te melden transacties.

Soortgelijke feiten op basis van de delictsdossiers

Het voorgaande laat onverlet dat er wel voldoende aanwijzingen aan het dossier zijn te ontlenen dat de volgende transacties hebben plaatsgevonden. Het hof acht aannemelijk dat de betrokkenen, deel uitmakend van de criminele organisatie [betrokkenen] , uit die drugstransacties voordeel uit soortgelijke feiten hebben behaald:

Handel met [persoon 4]1

27 sept 2010 5 kilogram (map 17, pagina 37)29 sept 2010 7 kilogram (map 17, pagina 48)12 nov 2010 8 kilogram (map 17, pagina 70)

Totaal 20 kilogram

Het hof zal de beoogde transactie op 3 oktober 2010 à 3 kilogram niet in de berekening betrekken, nu enkel een poging tot levering op 23 oktober 2010 heeft plaatsgevonden.

Dat geldt ook voor de levering van 5 kilogram op 19 november 2010, nu deze transactie al is betrokken in de berekening van het voordeel uit de bewezenverklaarde feiten.

Ook voor deze drugstransacties van in totaal 20 kilogram zal het hof een winstmarge, zoals eerder vastgesteld, hanteren van € 150,00.

In totaal stelt het hof vast dat er in het dossier voldoende aanwijzingen bestaan dat er op basis van soortgelijke feiten uit de drugshandel met [persoon 4] voor (€ 150,00 x 20 (kilogram) =) € 3.000,- aan voordeel is behaald.

Handel met [persoon 5]2

Ten aanzien van de transacties met [persoon 5] in de periode van november 2009 tot februari 2010 acht het hof de volgende drugstransacties voldoende aannemelijk geworden:

11 nov 2009 1 kilogram (map 19, p. 4) 28 nov 2009 1 kilogram (map 19, p. 9)5 dec 2009 2 kilogram (map 19, p. 9)10 dec 2009 1 kilogram (map 19, p. 13)29 dec 2009 2 kilogram (map 19, p. 22)20 jan 2010 2 kilogram (map 19, p.33)

Totaal 9 kilogram

Ook ten aanzien van deze drugstransacties van in totaal 9 kilogram zal het hof, als eerder overwogen, een winstmarge hanteren van € 150,00.

In totaal stelt het hof vast dat er in het dossier voldoende aanwijzingen bestaan dat er op basis van soortgelijke feiten, te weten uit aan [persoon 5] verkochte drugs, door de betrokkene voordeel is behaald, te weten een bedrag van ( € 150,00 x 9 (kilogram) =) € 1.350,- .

Resumé wederrechtelijk verkregen voordeel

Tezamen en in vereniging ( [betrokkenen] ):

Bewezenverklaarde feiten

147 kilogram x € 150,00 € 22.050,00

Soortgelijke feiten

20 kilogram x € 150,00 € 3.000,00

9 kilogram x € 150,00 € 1.350,00 +/+

Totaal € 26.400,00

Enkel ten aanzien van de betrokkene [betrokkene] :

Bewezenverklaarde feiten

6 kilogram x € 150,00 € 900,00 +/+

Totaal € 27.300,00

Toerekening

De rechtbank heeft het voordeel behaald in het kader van de criminele organisatie, verdeeld over de drie betrokkenen [medebetrokkene 1] , [medebetrokkene 2] en [betrokkene] .

Zoals het hof in het arrest van medebetrokkene [medebetrokkene 2] , onder parketnummer 20-003482-15 OWV heeft overwogen, is voor het hof onvoldoende aannemelijk geworden dat [medebetrokkene 2] heeft meegedeeld in het voordeel van de criminele organisatie [betrokkenen] .

Het hof gaat er aldus van uit dat het voordeel enkel is verdeeld tussen betrokkene en medebetrokkene [medebetrokkene 1] , zodat aan elk van hen een voordeel zal worden toegerekend en derhalve het genoten wederrechtelijk verkregen voordeel van de criminele organisatie behaald door betrokkene [betrokkene] kan worden vastgesteld op (€ 26.400 / 2 = ) € 13.200,00.

In aanvulling daarop komt het wederrechtelijk verkregen voordeel dat enkel door betrokkene [betrokkene] is behaald, hetgeen kan worden vastgesteld op: (6 (kilogram) x € 150,00 =) € 900,00.

In totaal kan het door betrokkene genoten wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van betrokkene [betrokkene] worden vastgesteld op: ( € 13.200,00 + € 900,00=)

€ 14.100,00.

Op te leggen betalingsverplichting

Schending redelijke termijn

De rechtbank heeft in verband met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM, van 1 jaar en 6 maanden, de betalingsverplichting gematigd met € 5.000.

De raadsman heeft zich omtrent de matiging van de betalingsverplichting als gevolg van overschrijding van de redelijke termijn op het standpunt gesteld dat gelet op die overschrijding de maximale korting dient te worden toegepast.

Het hof overweegt dienaangaande als volgt.

Met de rechtbank stelt het hof de aanvang van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM op 8 mei 2012, de datum waarop door de officier van justitie kenbaar is gemaakt voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e aanhangig te maken. De vordering is vervolgens gedateerd van 22 april 2014 en de eerste zitting in eerste aanleg heeft plaatsgevonden op 23 mei 2014. Op verzoek van de verdediging heeft de rechter-commissaris in december 2014, februari 2015 en maart 2015 getuigen gehoord. Tussentijds heeft het Openbaar Ministerie aanvullende rapportages doen opmaken. Aansluitend hebben de officier van justitie en de raadsman schriftelijk conclusies uitgewisseld, waarna een afsluitende terechtzitting op 1 oktober 2015 heeft plaatsgevonden.

De rechtbank heeft op 12 november 2015 vonnis gewezen.

Het hof stelt met de rechtbank vast dat het onderzoek na de regiezitting in mei 2014, gelet op de onderzoekwensen, het opmaken van nadere rapportages mede in verband met de inmiddels gewezen arresten, redelijk voortvarend is verlopen, maar dat de tijd tussen 8 mei 2012 en de regiezitting in mei 2014 onredelijk lang is geweest, mede gelet op de omstandigheid dat het gerechtshof in juni 2013 als tweede feitelijke instantie over de strafbare feiten heeft geoordeeld.

Met de rechtbank is het hof dan ook van oordeel dat de redelijke termijn in eerste aanleg is overschreden, en wel met 1 jaar en 6 maanden. De rechtbank heeft om die reden een aftrek van € 5.000,- passend geacht. Gelet op het vastgestelde wederrechtelijk verkregen voordeel in hoger beroep zal het hof voor de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg een verminderingspercentage hanteren van 5%.

Betrokkene heeft vervolgens op 23 november 2015 hoger beroep ingesteld en het hof zal op 25 februari 2021 arrest wijzen. In hoger beroep heeft de behandeling derhalve 5 jaar en 3 maanden geduurd.

Het hof neemt in zijn overweging mee dat eerst in 2017 is nagegaan of er onderzoekwensen in zowel deze zaak als de zaken van de medebetrokkenen bestonden, waarna het hoger beroep voor het eerst is behandeld op een regiezitting op 16 november 2018. Nadien heeft een conclusiewisseling plaatsgevonden en op verzoek van de verdediging zijn er nog getuigen gehoord na de eerste inhoudelijke zitting van 25 juni 2020. Daarnaast acht het hof de omvang van het onderzoek, en de mogelijkheid om met alle betrokkenen en hun advocaten samen te komen, tevens van belang voor het oordeel over de voortvarendheid van de behandeling van het hoger beroep.

In totaal stelt het hof vast dat in hoger beroep een redelijke termijn overschrijding van aanzienlijk meer dan 1 jaar heeft plaatsgevonden. Het hof zal de betalingsverplichting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep verminderen met nog eens 5%.

Samenvattend zal het hof de betalingsverplichting matigen met een bedrag van in totaal

(5% + 5%) over € 14.100,- =) € 1.410,-, en dus aan betrokkene een betalingsverplichting opleggen van: (€ 14.100,- -/- € 1.410,- =) € 12.690,-.

Gijzeling

Met ingang van 1 januari 2020 is het nieuwe elfde lid van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht direct van toepassing geworden. Het hof zal daarom bij het opleggen van de maatregel ook de duur van de gijzeling bepalen die, met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, in dit geval ten hoogste kan worden gevorderd. Bij het bepalen van de duur wordt voor elke volle € 50,- van het opgelegde bedrag niet meer dan één dag gerekend. De duur beloopt ten hoogste 3 jaren.

Toepasselijk wettelijk voorschrift

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens gold dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens geldt.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Stelt het bedrag waarop het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 14.100,00 (veertienduizend honderd euro).

Legt de betrokkene de verplichting op tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 12.690,00 (twaalfduizend zeshonderdnegentig euro).

Bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd op 253 dagen.

Aldus gewezen door:

mr. P.T. Gründemann, voorzitter,

mr. B. Stapert en mr. M.A.M. Wagemakers, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. V.C. Minneboo, griffier,

en op 25 februari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

mr. M.A.M. Wagemakers is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen

1

Delictproces-verbaal handel met [persoon 4] (mappen 17 en 18), bij de ontnemingsrapportage in [betrokkene] , genummerd 29-651779, gedateerd 28 augustus 2012.

2

Delictsproces-verbaal handel met [persoon 5] (map 19) bij de ontnemingsrapportage in [betrokkene] , genummerd 29-651779, gedateerd 28 augustus 2012.