ECLI:NL:HR:2021:174
public
2021-02-05T11:05:26
2021-02-03
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-02-05
20/02086
Cassatie
NL
Bestuursrecht; Belastingrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:174
public
2021-02-03T14:01:32
2021-02-05
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:174 Hoge Raad , 05-02-2021 / 20/02086

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/02086

Datum 5 februari 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] , Marokko (hierna: belanghebbende)

tegen

de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Centrale Raad van Beroep van 6 maart 2020, nr. 19/813 ANW-V, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 oktober 2019.

1Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad alleen kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep als deze, die is gedaan op verzet tegen een met toepassing van artikel 8:54 Awb gedane uitspraak. Het beroep in cassatie moet daarom niet–ontvankelijk worden verklaard.

2Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2021.

Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 135 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.