ECLI:NL:HR:2021:223
public
2021-03-05T10:07:39
2021-02-11
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-02-12
20/00237
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
Beschikking
NL
Civiel recht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1037, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2019:4163, Bekrachtiging/bevestiging
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/216
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:223
public
2021-02-11T14:58:02
2021-02-12
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:223 Hoge Raad , 12-02-2021 / 20/00237

Art. 81 lid 1 RO. Notarieel tuchtrecht. Notariële onafhankelijkheid bij afwikkeling nalatenschap. Klachten over mogelijkheid dossier van Bureau Financieel Toezicht in te zien en over de toelaatbaarheid van combinatie van sancties.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/00237

Datum 12 februari 2021

BESCHIKKING

In de zaak van

[de notaris] handelend onder de naam

NOTARISKANTOOR [A],gevestigd te [vestigingsplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

hierna: de notaris,

advocaat: J.P. Heering,

tegen

De publiekrechtelijke rechtspersoon BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT,gevestigd te Utrecht,

VERWEERDER in cassatie,

hierna: BFT,

advocaten: J.W.H. van Wijk en G.C. Nieuwland.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. de beslissingen in de zaak C/05/323500 / KL RK 17-96 van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 maart 2018 en 18 oktober 2018;

  2. de beslissing in de zaak 200.249.811/01 NOT van het gerechtshof Amsterdam van 26 november 2019.

De notaris heeft tegen de beslissing van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

BFT heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van de notaris heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beslissing van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beslissing. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • veroordeelt de notaris in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van BFT begroot op € 899,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Deze beschikking is gegeven door de president G. de Groot als voorzitter, de vicepresident C.A. Streefkerk en de raadsheren G. Snijders, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 12 februari 2021.