ECLI:NL:HR:2021:25
public
2021-01-08T11:05:35
2021-01-06
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-01-08
20/02431
Herziening
Artikel 80a RO-zaken
NL
Bestuursrecht; Belastingrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:25
public
2021-01-06T10:45:20
2021-01-08
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:25 Hoge Raad , 08-01-2021 / 20/02431

HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van artikel 80a RO.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/02431

Datum 8 januari 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK

op het verzoek tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 29 mei 2020, nr. 20/00230, ECLI:NL:HR:2020:930, betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.

1Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening

De Hoge Raad heeft het verzoek tot herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek tot herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2021.