ECLI:NL:HR:2021:302
public
2021-02-26T11:05:58
2021-02-25
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-02-26
20/03243
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
NL
Bestuursrecht; Belastingrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:302
public
2021-02-25T10:25:11
2021-02-26
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:302 Hoge Raad , 26-02-2021 / 20/03243

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/03243

Datum 26 februari 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 20 augustus 2020, nr. AWB 19/6811, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende een over het jaar 2015 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2021.