ECLI:NL:HR:2021:343
public
2021-03-27T10:09:27
2021-03-04
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-03-05
20/02014
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
Beschikking
NL
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Civiel recht; Personen- en familierecht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1033, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2020:1965, Bekrachtiging/bevestiging
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/282
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:343
public
2021-03-05T12:38:48
2021-03-05
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:343 Hoge Raad , 05-03-2021 / 20/02014

Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Procesrecht. Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing minderjarige. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Art. 11 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996. Samenhang met zaak 20/01494.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/02014

Datum 5 maart 2021

BESCHIKKING

In de zaak van

1. [de vader],

2. [de stiefmoeder],beiden wonende in de Verenigde Staten van Amerika,

VERZOEKERS tot cassatie,

hierna: de vader en de stiefmoeder,

advocaat: C. Reijntjes-Wendenburg,

tegen

1. RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO GELDERLAND, LOCATIE ARNHEM,

gevestigd te Arnhem,

VERWEERDER in cassatie,

hierna: de raad,

advocaat: M.M. van Asperen,

2. de gecertificeerde instelling STICHTING JEUGDBESCHERMING GELDERLAND,gevestigd te Doetinchem,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de GI,

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. de beschikking in de zaak C/05/363302 ZJ RK 19-1195 van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 6 januari 2020;

  2. de beschikking in de zaak 200.272.018 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 maart 2020.

De vader en de stiefmoeder hebben tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het verzoekschrift is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De raad heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De GI heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 5 maart 2021.