ECLI:NL:HR:2021:372
public
2021-04-01T10:19:03
2021-03-11
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-03-12
19/05576
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
NL
Civiel recht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1175, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2019:2341, Bekrachtiging/bevestiging
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/324
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:372
public
2021-03-11T11:09:00
2021-03-12
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:372 Hoge Raad , 12-03-2021 / 19/05576

Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huur bedrijfsruimte. Beëindiging door verhuurder. Dringend persoonlijk gebruik; art. 7:296 BW.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/05576

Datum 12 maart 2021

ARREST

In de zaak van

1. [eiser 1],wonende te [woonplaats],

2. MISTY B.V.,gevestigd te Rotterdam,

EISERS tot cassatie,

hierna gezamenlijk: [eisers],

advocaat: J.H.M. van Swaaij,

tegen

BRAM LADAGE EXPLOITATIE B.V.,gevestigd te Rotterdam,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: Ladage Exploitatie,

advocaat: R.T. Wiegerink.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. de vonnissen in de zaak 5686469 CV EXPL 17-4008 van de kantonrechter te Rotterdam van 30 juni 2017 en 29 december 2017;

  2. de arresten in de zaak 200.244.674/01 van het gerechtshof Den Haag van 4 december 2018 en 10 september 2019.

[eisers] hebben tegen het arrest van het hof van 10 september 2019 beroep in cassatie ingesteld.

Ladage Exploitatie heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor [eisers] mede door J.M. Moorman.

De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Nu de datum waarop het hof het einde van de huurovereenkomst heeft bepaald, is verstreken, zal de Hoge Raad een nieuwe datum bepalen.

3Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • bepaalt de datum waarop de huurovereenkomst eindigt, alsmede de datum waarop Van den Bosch de bedrijfsruimte moet hebben ontruimd, op 1 september 2021;

  • veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Ladage Exploitatie begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 12 maart 2021.