ECLI:NL:HR:2021:41
public
2021-02-05T10:16:28
2021-01-12
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-01-12
19/03397
Cassatie
NL
Strafrecht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1064
Rechtspraak.nl
SR-Updates.nl 2021-0003 met annotatie van J.H.J. Verbaan
RvdW 2021/143
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:41
public
2021-01-12T12:07:49
2021-01-12
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:41 Hoge Raad , 12-01-2021 / 19/03397

Diefstal van elektriciteit t.b.v. hennepteelt (art. 3.B Opiumwet), art. 310 Sr. Heeft verdachte elektriciteit “weggenomen”? Bewezenverklaring houdt o.m. in dat verdachte elektriciteit heeft “weggenomen”. Dit onderdeel van de bewezenverklaring kan echter, mede gelet op wat namens verdachte is aangevoerd, niet z.m. worden afgeleid uit bewijsvoering, zodat uitspraak ontoereikend is gemotiveerd. Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 19/03398.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 19/03397

Datum 12 januari 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 8 juli 2019, nummer 23-004010-17, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,

hierna: de verdachte.

1Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Crince Le Roy, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-728043-16 onder 2 ten laste gelegde en de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teneinde in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 13-728043-16 onder 2 tenlastegelegde niet uit de gebruikte bewijsvoering kan worden afgeleid.

2.2.1

Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 13-728043-16 onder 2 bewezenverklaard dat:

“hij in de periode van 11 juni 2015 tot en met 14 maart 2016 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid van in totaal (ongeveer) 62.353 KWh elektriciteit, toebehorende aan Liander N.V..”

2.2.2

Het hof heeft de bewezenverklaring van dit feit doen steunen op de bewijsmiddelen genummerd 1, 2, 6 en 7. Deze luiden als volgt:

“1. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016057260 van 21 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar S097, inclusief bijlagen [doorgenummerde pagina 123-143].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:

Op 14 maart 2016 werd de woning [a-straat 1] te Amsterdam betreden. Vervolgens werd in de woning een in werking zijnde hennepplantage aangetroffen. Bij binnenkomst van een kamer zag ik dat ik tegen een zwartkleurige tent aanliep. Ik hoorde een sterk mechanisch geluid van een afzuiger. Ik zag dat de ramen van de bewuste kamer volledig afgedekt waren. Na het openen van de tent zag ik planten staan welke ik ambtshalve aan de groene kleur, bladvorm, knoppen en herkenbare penetrante geur herkende als zijnde hennepplanten. In de groeitent werden 162 hennepplanten geteld. In de tussengang werd een schakelbord aangetroffen, welke de elektriciteit binnen de woning verdeelt. Dit betreft niet de originele elektriciteitsvoorziening van de woning, welke zich in de meterkast bevindt. Aan de rechterzijde van de voorraadkast bevindt zich een deur welke toegang verschaft tot slaapkamer 4. In deze kamer werden 140 hennepplanten aangetroffen. Op het aanrechtblad werd een blok aangetroffen, dat vermoedelijk een hoeveelheid verdovende middelen bevatte. Na forensisch onderzoek bleek het blok 997 gram hasjiesj bevatte.

2. Een proces-verbaal met nummer 2016057260 van 15 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren S-157 en S-091 [doorgenummerde pagina’s 157-163].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, vetgedrukt vragen en opmerkingen van de verbalisanten en niet vetgedrukt de op 15 maart 2015 (het hof begrijpt: 2016) afgelegde verklaring van de verdachte:

Wat zijn je adresgegevens? Kloppen die nog?

Ja. [a-straat 1].

Woon je daar alleen?

Ik ben woningbewaarder. Ik woon daar alleen sinds 2013.

6. Een geschrift zijnde een aangifte van Liander N.V. met mutatie- of procesnummer 2016- 057260, inclusief bijlagen [doorgenummerde pagina’s 170-197].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:

Pleegplaats: Amsterdam

Adres: [a-straat 1]

Aangever: Liander N.V.

Naam: [betrokkene 2]

Voornamen: [betrokkene 2]

Ik ben in dienstbetrekking als medewerker fraude bij Liander N.V., afdeling Energiefraude, uit hoofde van mijn functie bevoegd om aangifte te doen bij de politie. Liander heeft vanaf 28 mei 2013 met [verdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemde perceel. Op verzoek van de politie te Amsterdam is op 14 maart 2016 door fraudespecialist M09 van Liander N.V., een onderzoek ingesteld naar de aansluiting die zich bevindt in bovengenoemd perceel. De fraudespecialist M09 trof op 14 maart 2016 het volgende aan:

Hij zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast vals waren. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Hij zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie verzwaard was van 1 X 35 A naar 3 x 35 A. Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd. De hiervoor genoemde fraudespecialist en politieambtenaar [verbalisant] hebben aan de hand van indicatoren vastgesteld dat vermoedelijk sprake is geweest van tenminste 3 eerdere teelten. De aangetroffen teelt was tenminste 9 weken oud. Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 62.353 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage. Niemand had het recht of de toestemming van Liander N.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Liander N.V. op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.

Bijlage Opnameformulier Energiefraude, Aangetroffen feiten en omstandigheden die wijzen op meerdere oogsten [doorgenummerde pagina 183]:

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:

Kwekerij in bedrijf sinds 11 juni 2015.

7. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 19 oktober 2017.

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:

Ik heb twee mensen zien sleutelen met de elektriciteit. Een persoon heette Loek en een elektricien.”

2.3

Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte het woord gevoerd overeenkomstig de pleitnota die bij het proces-verbaal is gevoegd. De pleitnota houdt onder meer in:

“Feit I. hennep

1. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft cliënt verklaard dat hij wist dat er een hennepplantage in de woning stond en dat er één oogst is gedraaid. Cliënt stelt zich verder op het standpunt dat hij niet degene is geweest de hennepkwekerij heeft opgezet en heeft onderhouden.

2. Kijken we naar de stempels in de paspoort van cliënt, dan zien we dat cliënt zo nu en dan in het buitenland verbleef. Cliënt heeft dat zelf ook eerder verklaard. Wat de verdediging betreft, een indicatie dat cliënt niet degene is geweest die de kwekerij heeft onderhouden enzovoorts.

3. Desalniettemin kan het aanwezig hebben van ongeveer 300 planten hennep en een hoeveelheid hasj bewezen worden verklaard, nu het gaat om een woning waar cliënt naar eigen zeggen heeft verbleven.

Feit II. diefstal elektriciteit

4. Ten aanzien van de diefstal van elektriciteit verzoekt de verdediging om vrijspraak. Het enkele feit dat cliënt wetenschap had van de hennepkwekerij is, bij het ontbreken van andere bewijsmiddelen die op uitvoeringshandelingen van de verdachte bij het wegnemen van elektriciteit duiden, onvoldoende om vast te kunnen stellen dat cliënt bemoeienis heeft gehad met het wegnemen van de elektriciteit. Zie in dit kader eveneens een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam uit 2016. (voetnoot:ECLI:NL:GHAMS:2016:2821: De omstandigheid dat de verdachte betrokken is geweest bij de hennepkwekerij, is onvoldoende om alleen op basis daarvan de verdachte als (mede)pleger van de diefstal van elektriciteit aan te merken.) De enkele opmerking van cliënt, dat hij gezien heeft dat iemand met de meter bezig was, maakt het niet anders. Hieruit volgt niet dat cliënt een bijdrage heeft geleverd. Redenen waarom de verdediging verzoekt om vrijspraak ten aanzien van dit feit.”

2.4

De bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 13-728043-16 onder 2 tenlastegelegde houdt onder meer in dat de verdachte elektriciteit heeft “weggenomen”. Dit onderdeel van de bewezenverklaring kan echter, mede gelet op wat namens de verdachte is aangevoerd, niet zonder meer worden afgeleid uit de bewijsvoering. De uitspraak van het hof is ten aanzien daarvan dus ontoereikend gemotiveerd.

2.5

Het cassatiemiddel is terecht voorgesteld.

3Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt is bespreking van het tweede cassatiemiddel niet nodig.

4Beslissing

De Hoge Raad:

- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het in de zaak met parketnummer 13-728043-16 onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging;

- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;

- verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 januari 2021.