ECLI:NL:HR:2021:489
public
2021-03-31T00:18:27
2021-03-29
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-03-30
20/01095
Cassatie
NL
Strafrecht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:118
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:966
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:489
public
2021-03-29T15:34:28
2021-03-30
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:489 Hoge Raad , 30-03-2021 / 20/01095

Poging om een gedetineerde uit de gevangenis in Roermond te bevrijden d.m.v. een helikopter. HR: het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in ECLI:NL:HR:2021:389. Samenhang met acht andere zaken.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/01095

Datum 30 maart 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 maart 2020, nummer 23-004178-18, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,

hierna: de verdachte.

1Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadslieden van de verdachte hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van het hof dat ter zake van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde sprake is van een begin van uitvoering van - kort gezegd - bevrijding van een gevangene.

2.2

Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak ECLI:NL:HR:2021:389.

3Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 maart 2021.