ECLI:NL:HR:2021:531
public
2021-05-07T10:11:20
2021-04-08
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-09
20/00301
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
NL
Civiel recht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:94, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2019:2803, Bekrachtiging/bevestiging
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/438
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:531
public
2021-04-08T17:57:56
2021-04-09
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:531 Hoge Raad , 09-04-2021 / 20/00301

Art. 81 lid 1 RO. Vennootschapsrecht. Kwekersrecht. Voortzetting vof door commanditaire vennootschap. Teeltmateriaal; art. 1 Zaaizaad- en plantgoedwet. Communautair kwekersrecht; Verordening (EG) nr. 2100/94.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/00301

Datum 9 april 2021

ARREST

In de zaak van

1. de (ontbonden) v.o.f. [eiseres 1],voorheen gevestigd te [vestigingsplaats],

2. CV [eiseres 2],gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERESSEN tot cassatie,

hierna gezamenlijk in enkelvoud: [eiseressen],

advocaat: D.Th.J. van der Klei,

tegen

[verweerster] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: [verweerster],

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. de vonnissen in de zaak C/09/384910 / HA ZA 11-176 van de rechtbank Den Haag van 20 november 2013, 8 januari 2014 en 6 juli 2016;

  2. de arresten in de zaak 200.204.297/01 van het gerechtshof Den Haag van 13 februari 2018 en 29 oktober 2019.

[eiseressen] heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen [verweerster] is verstek verleend.

De zaak is voor [eiseressen] toegelicht door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiseressen] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van deze arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • veroordeelt [eiseressen] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 9 april 2021.