ECLI:NL:HR:2021:545
public
2021-05-05T10:06:27
2021-04-09
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-09
19/01921
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
NL
Bestuursrecht; Belastingrecht
Rechtspraak.nl
FutD 2021-1171
Viditax (FutD), 09-04-2021
NTFR 2021/1309
V-N Vandaag 2021/896
V-N 2021/20.24.1
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:545
public
2021-04-09T11:16:48
2021-04-09
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:545 Hoge Raad , 09-04-2021 / 19/01921

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/01921

Datum 9 april 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 mei 2019,

nr. BK-18/00950, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 17/6618) betreffende aan belanghebbende in rekening gebrachte aanmaningskosten.

1Vooraf

1.1

Bij brief van 6 februari 2020 is aan belanghebbende meegedeeld dat op 14 februari 2020 uitspraak zal worden gedaan op het beroep. In die brief is vermeld dat de beslissing zal worden genomen door de leden R.J. Koopman, P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout.

1.2

De Hoge Raad heeft op 13 februari 2020 een verzoekschrift van belanghebbende ontvangen strekkende tot wraking van de hiervoor in 1.1 genoemde leden van de Hoge Raad. Bij beslissing van 20 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1861, heeft de wrakingskamer van de Hoge Raad het verzoek afgewezen.

1.3

Bij brief van 3 december 2020 is aan belanghebbende meegedeeld dat op 11 december 2020 uitspraak zal worden gedaan op het beroep in cassatie. In die brief is vermeld dat de beslissing zal worden genomen door de leden R.J. Koopman, P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout.

1.4

De Hoge Raad heeft op 11 december 2020 een verzoekschrift van belanghebbende ontvangen strekkende tot wraking van de hiervoor in 1.3 genoemde leden van de Hoge Raad. Bij beslissing van 15 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:61, heeft de wrakingskamer van de Hoge Raad het verzoek buiten behandeling gesteld en bepaald dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.

1.5

Bij brief van 22 januari 2012 is aan belanghebbende meegedeeld dat in verband met het defungeren van mr. L.F. van Kalmthout per 1 januari 2021 de samenstelling van de zetel in deze zaak is gewijzigd.

2Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2021.