ECLI:NL:HR:2021:564
public
2021-05-07T10:11:01
2021-04-12
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-13
19/03568
Cassatie
NL
Strafrecht
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2019:5899
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:148
Rechtspraak.nl
SR-Updates.nl 2021-0102
RvdW 2021/473
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:564
public
2021-04-14T16:43:04
2021-04-14
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:564 Hoge Raad , 13-04-2021 / 19/03568

Gijzeling van vier studenten die i.h.k.v. stage aan het werk waren in een wijkcentrum, art. 282a Sr. Middelen over 1. onttrekking aan het verkeer van dvd’s, map met documenten, tas en koffer en 2. omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. Zonder nadere motivering is niet begrijpelijk ’s hofs oordeel dat de aan het verkeer onttrokken verklaarde als gezamenlijkheid van voorwerpen opgevatte voorwerpen van zodanige aard zijn dat ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met wet of algemeen belang. Middel klaagt daarover terecht. Nu m.b.t. dvd’s en map met documenten is voldaan aan voorwaarden voor verbeurdverklaring van deze voorwerpen, heeft verdachte echter onvoldoende belang bij vernietiging op dit punt. Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. Volgt partiële vernietiging t.a.v. onttrekking aan het verkeer van tas en koffer.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 19/03568

Datum 13 april 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 juli 2019, nummer 21/001626-18, in de strafzaak

tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959,

hierna: de verdachte.

1Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.E.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak maar uitsluitend:

(i) wat betreft de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van twee dvd's, een map met documenten, de groene tas en de zwarte koffer en tot teruggave aan de verdachte van die voorwerpen;

(ii) voor zover bij de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van de slachtoffers telkens vervangende hechtenis is toegepast. Ten aanzien van die schadevergoedingsmaatregelen kan worden bepaald dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast

(iii) voor wat betreft de overschrijding van de redelijke termijn kan worden volstaan met de enkele constatering daarvan.

2Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt over de beslissing van het hof tot onttrekking aan het verkeer van twee dvd’s, een map met documenten, een groene tas en een zwarte koffer.

2.2.1

Ten laste van de verdachte is onder meer bewezenverklaard dat:

“hij op 03 mei 2017 te Arnhem opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/is verdachte, (telkens) met het oogmerk de overheid en/of onderdelen daarvan en/of vertegenwoordigers van de overheid, te dwingen iets te doen, te weten medewerkers van de politie en/of andere overheidsfunctionarissen te dwingen naar een brief en/of een of meer dvd(’s) en/of een of meerdere document(en) te kijken, immers is/heeft hij, verdachte:

(...)

- [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] gesommeerd en/of gedwongen om een brief en/of dvd’s en/of een of meerdere document(en) naar de politie te brengen.”

2.2.2

Het verkorte arrest houdt onder meer in:

“Het bewezen verklaarde feit is begaan met behulp van en/of met betrekking tot de hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Gelet op de aard van het feit en de rol die de in beslag genomen voorwerpen daarbij hebben gespeeld, zal het hof deze voorwerpen opvatten als een gezamenlijkheid van voorwerpen waarvan het ongecontroleerde bezit in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

(...)

Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:

twee dvd's, een map met documenten, een groene tas, een zwarte koffer (...)”

2.3

Zonder nadere motivering is niet begrijpelijk het oordeel van het hof dat de aan het verkeer onttrokken verklaarde als een gezamenlijkheid van voorwerpen opgevatte voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Het middel klaagt daarover terecht. Nu met betrekking tot de dvd’s en map met documenten is voldaan aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring van deze voorwerpen, heeft de verdachte echter onvoldoende belang bij vernietiging op dit punt.

3Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

3.1

Het cassatiemiddel klaagt over de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen.

3.2

Het hof heeft de verdachte de verplichtingen opgelegd, kort gezegd, om aan de Staat ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers de in het arrest vermelde bedragen te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het in het arrest telkens genoemde aantal dagen hechtenis.

3.3

Het cassatiemiddel slaagt. De Hoge Raad zal de uitspraak van het hof vernietigen voor zover daarbij telkens vervangende hechtenis is toegepast, overeenkomstig hetgeen is beslist in HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914.

4Beoordeling van het derde cassatiemiddel

4.1

Het cassatiemiddel klaagt dat in de cassatiefase de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden.

4.2

Het cassatiemiddel is gegrond. Bovendien doet de Hoge Raad in deze zaak waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. In het licht van de opgelegde maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis is er geen aanleiding om aan het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden enig ander rechtsgevolg te verbinden en zal de Hoge Raad volstaan met het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden.

5Beslissing

De Hoge Raad:

- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de hiervoor onder 2.2.2 vermelde groene tas en zwarte koffer, en voor zover bij de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers telkens vervangende hechtenis is toegepast;

- bepaalt dat ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast;

- verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 april 2021.