ECLI:NL:HR:2021:579
public
2021-05-07T10:11:09
2021-04-15
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-16
20/00468
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
NL
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1216, Gevolgd
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/445
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:579
public
2021-04-15T17:03:19
2021-04-16
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:579 Hoge Raad , 16-04-2021 / 20/00468

Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht, procesrecht. Vervolg van HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2790. Na cassatie en verwijzing alsnog beroep mogelijk op schijn van bevoegdheid?

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/00468

Datum 16 april 2021

ARREST

In de zaak van

[eiser],wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

hierna: [eiser],

advocaat: J.W.M.K. Meijer,

tegen

ENCARE ARBOZORG B.V.,gevestigd te Maastricht,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: Encare,

advocaat: D.M. de Knijff.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:

  1. zijn arrest in de zaak 16/04998, ECLI:NL:HR:2017:2790 van 27 oktober 2017;

  2. het arrest in de zaak 200.230.145/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 november 2019.

[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Encare heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Encare mede door F.J.L. Kaptein.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Encare begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 16 april 2021.