ECLI:NL:HR:2021:580
public
2021-05-07T10:10:27
2021-04-15
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-16
20/01290
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
NL
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:236, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2020:167, Bekrachtiging/bevestiging
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/446
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:580
public
2021-04-16T15:20:09
2021-04-16
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:580 Hoge Raad , 16-04-2021 / 20/01290

Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Overeenkomst tot levering en installatie lichtplan. Deugdelijke nakoming? Uitleg overeenkomst.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/01290

Datum 16 april 2021

ARREST

In de zaak van

[de opdrachtgeefster] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie,

hierna: [de opdrachtgeefster],

advocaat: M.J. van Basten Batenburg,

tegen

[verweerster] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: [verweerster],

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. het vonnis in de zaak C/02/326128 / HA ZA 17-59 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 juli 2017;

  2. de arresten in de zaak 200.225.897/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 februari 2019 en 21 januari 2020.

[de opdrachtgeefster] heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen [verweerster] is verstek verleend.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [de opdrachtgeefster] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van deze arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • veroordeelt [de opdrachtgeefster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 16 april 2021.