ECLI:NL:HR:2021:595
public
2021-05-28T10:07:50
2021-04-15
Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad
2021-04-16
20/01989
Cassatie
Beschikking
NL
Civiel recht
Rechtspraak.nl
RvdW 2021/449
RBP 2021/44
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:595
public
2021-04-15T17:32:23
2021-04-16
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:595 Hoge Raad , 16-04-2021 / 20/01989

Faillissementsrecht. Vervolg op HR 5 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:351. Vaststelling faillissementskosten en salaris door HR (art. 15 lid 3 Fw).

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/01989

Datum 16 april 2021

ARREST

In de zaak van

1. [schuldenaar 1],wonende te [woonplaats],

2. [schuldenaar 2],wonende te [woonplaats],

VERZOEKERS tot cassatie,

hierna: gezamenlijk [schuldenaren] en afzonderlijk [schuldenaar 1] en [schuldenaar 2],

advocaat: A.H.M. van den Steenhoven,

tegen

[de bewindvoerder], in zijn hoedanigheid van voorheen bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling, thans curator in het faillissement van [schuldenaren],kantoorhoudende te [vestigingsplaats],

VERWEERDER in cassatie,

hierna: de bewindvoerder,

advocaten: T.T. van Zanten en I.M.A. Lintel.

1Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest van 5 maart 2021 (ECLI:NL:HR:2021:351). In dat arrest heeft de Hoge Raad partijen in de gelegenheid gesteld gegevens over te leggen en hun standpunt kenbaar te maken over de faillissementskosten en het salaris dat de bewindvoerder in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [schuldenaren] toekomt, welke kosten en welk salaris door de Hoge Raad op de voet van art. 15 lid 3 Fw dienen te worden vastgesteld.

De bewindvoerder heeft de Hoge Raad laten weten dat deze vaststelling wat hem betreft niet behoeft plaats te vinden, nu het saldo op de boedelrekening nagenoeg nihil is.

[schuldenaren] hebben aanvankelijk laten weten hiermee in te stemmen. Zij hebben dat bericht echter ingetrokken omdat hun inmiddels is gebleken dat de bewindvoerder aan de rechtbank een aanvullende beslissing heeft gevraagd met betrekking tot zijn salaris en dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant hierop bij vonnis van 30 maart 2021 een aanvullende vergoeding voor de bewindvoerder heeft vastgesteld.

De bewindvoerder heeft op laatstgenoemd bericht gereageerd, waarop [schuldenaren] op hun beurt weer hebben gereageerd, na daartoe door de Hoge Raad in de gelegenheid te zijn gesteld.

2Vaststelling van de faillissementskosten en het salaris

2.1

Nu partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen over de faillissementskosten en het salaris van de bewindvoerder in zijn hoedanigheid van curator, dient de Hoge Raad daarover een beslissing te geven.

2.2

Geen van partijen heeft enig gegeven overgelegd aan de hand waarvan de faillissementskosten en het salaris kunnen worden vastgesteld. De Hoge Raad zal deze kosten en dat salaris daarom op nihil bepalen.

2.3

Voor zover [schuldenaren] bezwaar maken tegen het hiervoor in 1 genoemde vonnis van de rechtbank van 30 maart 2021 of het uitlokken daarvan door de bewindvoerder, geldt dat een en ander in dit cassatieberoep niet aan de orde is.

3Beslissing

De Hoge Raad bepaalt het bedrag van de faillissementskosten en van het salaris dat de bewindvoerder in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement toekomt, op nihil.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren G. Snijders en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 16 april 2021.