ECLI:NL:OGEAA:2021:20
public
2021-02-03T09:41:20
2021-02-03
Raad voor de Rechtspraak
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
2021-01-26
AUA202000775
Eerste aanleg - enkelvoudig
NL
Civiel recht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:OGEAA:2021:20
public
2021-02-03T09:40:04
2021-02-03
Raad voor de Rechtspraak
ECLI:NL:OGEAA:2021:20 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba , 26-01-2021 / AUA202000775

Verzoek tot het betalen van kinderalimentatie wordt afgewezen - het gerecht is van oordeel dat de vader zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding reeds behoorlijk nakomt.

Beschikking van 26 januari 2021

behorend bij EJ nr. AUA202000775

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

in de alimentatiezaak tussen

DE VOOGDIJRAAD,

kantoorhoudend in Aruba,

VERZOEKER,

vertegenwoordigd,

en

[verweerder],

wonende in Aruba, aan de [woonadres],

VERWEERDER, hierna te noemen de vader,

procederend in persoon.

Belanghebbende:

[naam moeder], de moeder.

1DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:

  • het verzoekschrift, ingediend op 5 maart 2020;

  • de mondelinge behandeling ter zitting van 7 juli 2020, waar zijn verschenen de ouders in persoon en voor de Voogdijraad, [naam raadsonderzoeker];

  • de door de vader op 25 augustus 2020 overgelegde stukken;

de voortgezette mondelinge behandeling ter zitting van 24 november 2020, waar zijn verschenen de ouders in persoon en voor de Voogdijraad, mevrouw mr. [naam raadsonderzoeker].

De uitspraak is bepaald op heden.

2DE FEITEN

2.1

De vader en de moeder zijn de ouders van de op [geboortedatum] in Aruba geboren thans nog minderjarige [naam minderjarige 1], en de op [geboortedatum] in Aruba geboren thans nog minderjarige [naam minderjarige 2].

2.2

De ouders zijn in 2018 van elkaar gescheiden. Zij oefenen het gezag over de minderjarigen gezamenlijk uit.

3HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 306,- ten behoeve van [naam minderjarige 1] en Afl. 271,- ten behoeve van [naam minderjarige 2] ingaande 1 april 2020 als voorziening in de kosten van hun verzorging en opvoeding. Daartoe wordt gesteld dat de moeder onvoldoende draagkracht heeft om alleen in de kosten van de minderjarigen te voldoen en dat de vader een pensioenuitkering geniet en in staat is om bij te dragen in die kosten.

4DE BEOORDELING

4.1

Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA). Ingevolge deze bepaling kan, in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de voogdijraad als de andere ouder de rechter verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.

4.2

De vader heeft draagkrachtverweer gevoerd en verder aangevoerd dat hij zijn onderhoudsverplichting met betrekking tot de minderjarigen wel degelijk behoorlijk nakomt, nu de minderjarigen doordeweeks bij hem verblijven en door hem worden verzorgd en in de weekenden ook bij hem thuis eten.

4.3

De moeder heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de vader ook in de schoolkosten moet bijdragen, al is het maar met een bedrag van Afl. 50,-.

4.4

Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader. Teneinde ieders draagkracht te bepalen, dienen over en weer de netto-inkomens te worden vastgesteld, alsmede de vaste lasten die in redelijkheid voorrang krijgen boven het betalen van kinderalimentatie.

4.5

De kosten van verzorging en opvoeding

4.5.1

Bij het vaststellen van de kosten van verzorging en opvoeding hanteert het gerecht als richtsnoer dat deze voor kinderen in de leeftijd als die van partijen gemiddeld Afl. 650,- per maand bedraagt. Het gerecht is van oordeel dat aangenomen kan worden dat de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarigen in de leeftijd als die van partijen rond dat bedrag liggen. In dit bedrag zitten begrepen de noodzakelijke schoolkosten en de kosten aan kleding, recreatie en persoonlijke verzorging, zodat met de door de moeder c.q. de Voogdijraad opgevoerde daadwerkelijke kosten van deze lasten bij de vaststelling van de kosten niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden. Dit bedrag kan worden verhoogd indien blijkt van bijzondere uitgaven ten behoeve van de kinderen die niet zijn begrepen in genoemd bedrag van Afl. 650,- (zoals noodzakelijke kosten voor naschoolse opvang).

4.5.2

De moeder c.q. de Voogdijraad heeft als bijzondere uitgave de post “Eagle tennis” ad Afl. 115,- per kind per maand, opgevoerd. De vader heeft deze kosten niet bestreden, zodat het gerecht ervan uit zal gaan dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen maandelijks Afl. 765,- per kind bedragen.

4.6

De draagkracht van de moeder

4.6.1

Uit de door de moeder overgelegde loonstroken blijkt dat zij kindertoelage ten behoeve van de minderjarigen ontvangt van Afl. 110,- per maand. Dit bedrag komt de minderjarigen toe.

4.6.2

Voorts blijkt uit de loonstroken dat zij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 4.939,73. De moeder is ambtenaar en ontvangt als zodanig jaarlijks (voor de jaren 2020/2021 vanwege de bezuinigingsmaatregelen in verband met de covid-pandemie gehalveerd) vakantie-uitkering (3.142,50,-), voorjaarspremie (Afl. 853,-), reparatiepremie (Afl. 853,-) en najaarspremie (Afl. 853,-). Haar netto-inkomen bedraagt maandelijks dan ook gemiddeld afgerond Afl. 5.413,-.

4.6.3

Wat betreft de vaste lasten gaat het gerecht ervan uit dat zij een bedrag van minimaal Afl. 1.400,- per maand nodig heeft om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. In dit bedrag zitten onder andere begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoon/internet/cable aansluiting en van autogebruik, zodat met de door de moeder opgevoerde daadwerkelijke kosten bij de vaststelling van de draagkracht niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden.

4.6.4

De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de moeder bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 1.400,-.

4.6.5

Uit het vorenstaande volgt dat de moeder maandelijks een bedrag overhoudt van (Afl. 5.413 – Afl. 1.400 =) Afl. 4.013,-, waarmee zij aan haar verplichting met betrekking tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen dient te voldoen.

4.7

De draagkracht van de vader

4.7.1

De vader is gepensioneerd en ontvangt een AOV-uitkering van Afl. 1.157,- per maand, vermeerderd met een reparatietoeslag ad Afl. 125,- per maand. Zijn netto-inkomen bedraagt maandelijks dan ook gemiddeld Afl. 1.282,-.

4.7.2

Wat betreft de lasten van de vader houdt het gerecht rekening met de post “huur” ad Afl. 350,- en post “Sociale Verzekeringsbank Aruba” ad Afl. 385,-.

Met de post “Island Finance” zal het gerecht geen rekening houden omdat deze niet nader is onderbouwd en ook niet is gebleken dat deze prioriteit dient te genieten boven de kinderalimentatie.

4.7.3

De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de vader bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 735,-. Uit het vorenstaande volgt dat de vader maandelijks een bedrag overhoudt van afgerond Afl. 547,- waarmee hij in zijn eigen levensonderhoud dient te voorzien en aan zijn verplichting om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen, dient te voldoen.

4.8

Gelet op wat partijen hebben aangevoerd, hun draagkracht en de behoefte van de minderjarigen, is het gerecht van oordeel dat de vader zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding reeds behoorlijk nakomt, nu de minderjarigen grotendeels bij hem verblijven en hij ervoor zorgt dat zij elke dag te eten hebben.

5DE BESLISSING

Het gerecht:

wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 26 januari 2021 in aanwezigheid van de griffier.